Wintergasten op de Texelse
Het is winderig, nat en fris op onze golfbaan.
Buiten de drukke werkzaamheden aan het nieuwe clubhuis en de renovatie van de 1e negen holes en de Par 3 baan, is het rustig op de golfbaan.
En dat geldt ook voor de natuur. Door het regenachtige en winderige weer mijden veel vogels een open landschap als dat van de golfbaan. Af en toe zie je nog een enkele graspieper, torenvalk, meeuw en eenden als de krakeend, kuifeend, wilde eend en wintertaling.
Toch laten zich af en toe wat doortrekkers en wintergasten, afkomstig uit Scandinavische landen, zien en dan bedoel ik met name de Kramsvogel en de Koperwiek. Deze vogels komen vanaf half september in grote aantallen ook naar Texel, waar ze in de herfst in de duinen op zoek gaan naar bessen. Daarna gaan ze vaak met andere lijsterachtigen naar weilanden, waar ze zich te goed doen aan regenwormen, slakken en andere kleine diertjes.
De Kramsvogel is iets forser dan een merel. Hij heeft een kastanjebruine rug, een zwarte staart en een grijze kop en stuit. Als hij vliegt, kun je zien, dat de onderkant van de vleugels wit is.
De Koperwiek is wat kleiner dan de merel. Hij is goed herkenbaar aan de lichte wenkbrauwstreep en de roestrode flanken. Ook de onderzijde van de vleugels is rood. Dit in tegenstelling tot de Zanglijster, die geelbruine ondervleugels heeft.
Het geluid van de Kramsvogel klinkt als “tsjak – tsjak” en dat van de Koperwiek als een langgerekt en hoog “tsieh”.
Louw Nijhuis
Koperwiek
Kramsvogel