De Graspieper (Anthus Pratensis), volop aanwezig op onze Golfbaan
Het maakt niet uit, wanneer je een rondje over onze Texelse golfbaan loopt. ‘s-Morgens, ‘s-middags of ‘s-avonds. Op nagenoeg elk tijdstip van de dag zie je ineens een klein, onopvallend vogeltje, ter grootte van een huismus, vanaf een duin of uit het gras opvliegen. Een slank vogeltje met een bruine rug en beige/vuilwitte, zwaar gestreepte borst en onderzijde. Verder een dunne snavel, roze poten en witte buitenste staartpennen. Het is een zangvogel uit de familie piepers en kwikstaarten. In het voorjaar zie je hem vaak zingend opstijgen, net als een Veldleeuwerik, om kort daarna als een parachute en nog steeds zingend neer te strijken. Deze vorm van balts is bedoeld om het vrouwtje Graspieper te imponeren en te verleiden tot het leggen van een broedsel in een erg goed verborgen nestje op de grond, vaak in lang gras nabij een duin. Meestal legt de Graspieper in het broedseizoen twee keer een broedsel.
De Graspieper voelt zich op onze golfbaan het beste thuis op de tweede 9 holes. Flink begroeide duinen en lang gras tussen fairway en duinen. The place to be voor deze vogel. Het merendeel van de Nederlandse graspiepers trekt na het broedseizoen weg naar Zuidwest-Europa. De graspiepers, die we ‘s-winters in Nederland en dus ook op Texel aantreffen, komen voornamelijk uit Scandinavië.
De foto van de Graspieper werd ter beschikking gesteld door Marc Plomp van het Vogelinformatiecentrum Texel.
Louw Nijhuis